Toch vergunning nodig voor wie stukje tuin verkoopt als bouwgrond
Wie een stuk bouwgrond wil afsplitsen van een bestaand bebouwd perceel, heeft daar toch een vergunning voor nodig. Dat heeft het Grondwettelijk Hof beslist.
tel, u woont in een villa met grote tuin. Maar het onderhoud van die tuin begint te wegen, waardoor u eraan denkt een deel van uw lap grond af te splitsen en er een aparte bouwgrond van te maken. Tot eind 2017 had u voor zo’n eenlotsverkaveling een omgevingsvergunning nodig.
‘De administratieve weg voor het afsplitsen van slechts één perceel was vrij omslachtig’, weet notaris Bart Van Opstal. ‘Niet alleen moest de notaris een verkavelingsakte opstellen, de verkoper moest ook allerlei administratieve kosten en een landmeter betalen. Alles samen ging het al gauw om 2.000 à 3.000 euro.’
Om die administratieve rompslomp te vereenvoudigen besliste de wetgever dat vanaf 1 januari 2018 geen verkavelings- of omgevingsvergunning meer moest worden aangevraagd als er na de splitsing slechts één onbebouwde kavel overbleef. Ontstonden er twee of meer onbebouwde kavels dan was wel nog een vergunning vereist.
Het Grondwettelijk Hof heeft vorige week evenwel beslist dat het artikel in het decreet van het Vlaams Gewest van 8 december 2017, dat die vergunningsplicht ophief, wordt vernietigd. Wie een deel van zijn tuin wil afsplitsen als bouwgrond, heeft daar in de toekomst toch een omgevingsvergunning voor nodig.
Het Grondwettelijk Hof is van mening dat ‘de omwonenden van zulke percelen geconfronteerd worden met een aanzienlijke achteruitgang van het door de vroegere wetgeving geboden beschermingsniveau, die niet kan worden verant- woord door de aan de bestreden bepaling ten grondslag liggende doelstelling van administratieve vereenvoudiging’.
‘Als een omgevingsvergunning wordt afgeleverd, weet je dat het perceel bedoeld is voor woningbouw én welke bouwvoorschriften moeten worden nageleefd’, reageert Van Opstal. ‘In die zin is het argument van het Grondwettelijk Hof pertinent. Al moet dat ook gerelativeerd worden. Want op het moment dat op die afgesplitste grond een woning wordt gebouwd, moet je een stedenbouwkundige vergunning hebben. Gelijk welke derde kan daar verzet tegen aantekenen.
’De notarisfederatie Fednot vraagt dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de concrete gevolgen van het arrest. Wie zo’n bouwgrond kocht, moet die allicht laten regulariseren en een omgevingsvergunning aanvragen. De vraag is dan wie voor de kosten opdraait. De huidige of de oude eigenaar? En wat gebeurt er met hangende dossiers?
‘De administratieve weg voor het afsplitsen van slechts één perceel was vrij omslachtig’, weet notaris Bart Van Opstal. ‘Niet alleen moest de notaris een verkavelingsakte opstellen, de verkoper moest ook allerlei administratieve kosten en een landmeter betalen. Alles samen ging het al gauw om 2.000 à 3.000 euro.’
Om die administratieve rompslomp te vereenvoudigen besliste de wetgever dat vanaf 1 januari 2018 geen verkavelings- of omgevingsvergunning meer moest worden aangevraagd als er na de splitsing slechts één onbebouwde kavel overbleef. Ontstonden er twee of meer onbebouwde kavels dan was wel nog een vergunning vereist.
Het Grondwettelijk Hof heeft vorige week evenwel beslist dat het artikel in het decreet van het Vlaams Gewest van 8 december 2017, dat die vergunningsplicht ophief, wordt vernietigd. Wie een deel van zijn tuin wil afsplitsen als bouwgrond, heeft daar in de toekomst toch een omgevingsvergunning voor nodig.
Het Grondwettelijk Hof is van mening dat ‘de omwonenden van zulke percelen geconfronteerd worden met een aanzienlijke achteruitgang van het door de vroegere wetgeving geboden beschermingsniveau, die niet kan worden verant- woord door de aan de bestreden bepaling ten grondslag liggende doelstelling van administratieve vereenvoudiging’.
‘Als een omgevingsvergunning wordt afgeleverd, weet je dat het perceel bedoeld is voor woningbouw én welke bouwvoorschriften moeten worden nageleefd’, reageert Van Opstal. ‘In die zin is het argument van het Grondwettelijk Hof pertinent. Al moet dat ook gerelativeerd worden. Want op het moment dat op die afgesplitste grond een woning wordt gebouwd, moet je een stedenbouwkundige vergunning hebben. Gelijk welke derde kan daar verzet tegen aantekenen.
’De notarisfederatie Fednot vraagt dat er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de concrete gevolgen van het arrest. Wie zo’n bouwgrond kocht, moet die allicht laten regulariseren en een omgevingsvergunning aanvragen. De vraag is dan wie voor de kosten opdraait. De huidige of de oude eigenaar? En wat gebeurt er met hangende dossiers?